Jan Wiegers
Kommerzijl 1893 - Amsterdam 1959

back

Jan Wiegers kreeg zijn opleiding aan de Academie Minerva te Groningen. Door zijn contacten met het kunstenaarsleven in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam, was hij goed op de hoogte van de moderne ontwikkelingen in het westen van het land.

In 1918 had Wiegers samen met een aantal jonge kunstenaars in Groningen zoals Jan Altink en Johan Dijkstra de Groninger Kunstkring De Ploeg opgericht uit onvrede met het provincialisme en het behoudende artistieke klimaat in Groningen. Zij hoopten door het houden van exposities, lezingen en manifestaties het Groningse kunstleven nieuw leven in te blazen. Al vrij snel formeerde zich onder aanvoering van Wiegers binnen De Ploeg een groep schilders die inspiratie vond in het expressionisme.

Van grote betekenis voor de artistieke ontwikkeling van Wiegers en die van De Ploeg is zijn verblijf in Davos geweest en zijn kennismaking met de Duitse kunstenaar Ernst Ludwig Kirchner. Jan Wiegers had een zwakke gezondheid. Dankzij de financiële hulp van zijn vrienden werd hij in 1920 in staat gesteld om met vrouw en kind naar Davos te reizen en daar te kuren. Tijdens zijn kuurperiode, die ongeveer een jaar duurde, kwam hij in contact met Kirchner, de voorman van de expressionistische beweging in Berlijn. Het contact groeide uit tot een hechte vriendschap. Ook het Zwitserse landschap heeft hem beïnvloed, met zijn paden tegen een altijd scheve horizon en de besneeuwde bergen die in het zonlicht een voortdurende veranderende kleurschakering van paars naar rose lieten zien.
Kirchner paste een nieuwe schildertechniek toe: hij werkte op basis van olieverf, bijenwas en benzine in plaats van terpentine, waardoor een relatief dunne, vloeibare verf ontstond. De verf droogde sneller, wat een vlotte, expressieve werkwijze met zich meebracht. Deze techniek was zeer geschikt voor het werken met kleurvlakken, een techniek waarmee Wiegers al voor zijn vertrek naar Davos experimenteerde.
In 1921 keerde Wiegers terug in Groningen. Vol energie en met nieuwe indrukken gaf hij een enorme vernieuwende impuls aan De Ploeg. Hij schilderde met brede gebaren en felle, snelle en beweeglijke toetsen. Verder maakte hij houtsneden met het schoenmakersmes, kraste met drevel of soms zelfs spijkers in zinkplaten en wreef lithostenen met grove vegen. Het duurde niet lang voordat kunstenaars binnen De Ploeg, enthousiast werden voor Wiegers revolutionaire opvattingen en methoden.
Het Groningse provincialisme maakte plaats voor een eigen op Duitse leest geschoeid expressionisme. Datgene waarvoor De Ploeg was opgericht leek nu werkelijkheid te worden: het Groningse kunstleven nieuw leven in te blazen en het bevrijden van aloude conventies. In tegenstelling tot de sombere en ingetogen werken van de Bergense School waar donkere natuurtinten overheersten, lieten de Ploegleden vanaf 1923 schilderijen zien in felle en krachtige kleuren neergezet in grove verfstreken. Rond 1925-1926 was het Groninger expressionisme op haar hoogtepunt met als belangrijkste vertegenwoordigers: Jan Wiegers, Jan Altink, Hendrik Werkman en Johan Dijkstra.
Jan Wiegers zou in 1925 weer voor een periode in Davos verblijven om zich fysiek en artistiek op te laden. Vanaf 1927 bewoog Wiegers' stijl zich in de richting van een meer gematigd expressionistische stijl. In 1934 verliet hij Groningen en ging naar Amsterdam om daar te gaan wonen en werken.
In de oorlog nam Jan Wiegers deel aan het kunstenaarsverzet. Hij was lid van een comité, waar ook Gerrit van der Veen toe behoorde, dat in de herfst van 1941 was opgericht om de belangen van verschillende kunstgroepen te behartigen tegenover de Kultuurkamer.
Hij werd er in 1953 hoogleraar aan de Rijksakademie. Buiten Groningen ondervond Wiegers grote erkenning, hetgeen zich uitte in exposities en publicaties. Hij had goede contacten met Willem Sandberg, van 1945-1962 directeur van het Stedelijk Museum te Amsterdam, was o.a. mede-samensteller van de belangrijke tentoonstelling expressionisme. van gogh tot picasso in 1949. In de collectie van het Stedelijk Museum zijn een groot aantal werken van Jan Wiegers opgenomen.
Op 66-jarige leeftijd stierf hij in Amsterdam.

Literatuur
C. Hofsteenge, De Ploeg 1918-1941 - De hoogtijdagen, Groningen, 1993, p.155-164.
Hans Mulder, Kunst in crisis en bezetting. Een onderzoek naar de houding van Nederlandse kunstenaars in de periode 1930-1945, Utrecht, 1978.
A. Petersen, De Ploeg - Gegevens omtrent de Groningse Schilderkunst in de Jaren '20, Den Haag, 1982.
Caroline Roodenburg-Schadd, Expressie en ordening Het verzamelbeleid van Willem Sandberg voor het Stedelijk Museum 1945-1962, Rotterdam, 2004.
'De Ploeg in Bergen, de keuze van Henk van Os', Kranenburgh Cahier, nummer 7, 1999.
De kring rond Kirchner. Expressionismus aus den Bergen. Tentoonstellingscatalogus Groninger Museum, Groningen, 2007.